In nood kunnen we op slechts 5 vrienden rekenen

Het weekend staat alweer voor de deur en dat is de tijd dat je weer eens wat vrienden kunt bezoeken. Maar kijk nog even goed aan welke vrienden je de meeste tijd besteedt, want in nood kun je slechts op 5 van hen rekenen.

Hoewel we vele honderden vrienden hebben op sociaalnetwerksites als Facebook, kennen we maar vijf mensen waar we echt op kunnen rekenen. Dat blijkt uit een recent Brits onderzoek. Bijna twee derde van de ondervraagde Britten heeft een groep van vijf goede vrienden of minder. Bijna de helft zegt dat ze op slechts één op de tien vrienden op sociaalnetwerksites echt kunnen rekenen, dat blijkt uit een enquête onder 2.045 internetgebruikers (bron).

Een van de leuke dingen van internet is dat berichten met eenzelfde soort onderwerp gemakkelijk aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Het is dan ook grappig om te lezen dat: Intelligente mensen meer vrienden hebben.

Voor het onderhouden van vriendschappen heb je een goed stel hersens nodig. Slimmere mensen zouden dan ook meer vrienden moeten hebben. Dat blijkt althans uit een Brits onderzoek. Wetenschappers vonden een verband tussen het aantal vrienden en de grootte van de orbitofrontale cortex, het hersengedeelte dat zich vlak boven de ogen bevindt. Belangrijk is dat het hier gaat om echte vriendschappen, en niet om het aantal vrienden op een sociaalnetwerksite zoals Facebook. Bij persoonlijke contacten heb je namelijk meer cognitieve vaardigheden nodig die het mogelijk maken om te weten wat iemand denkt (bron).

De vraag is dan natuurlijk wat onder intelligentie wordt verstaan en of “intelligente” mensen in nood dan ook echt op meer vrienden kunnen rekenen. Als die Britten dan toch flink bezig zijn met onderzoek naar vriendschap, dan zou dat misschien een mooi onderwerp zijn voor een volgend onderzoek: op hoeveel vrienden kunnen intelligente mensen in nood rekenen.

Dit soort onderzoeken blijven altijd fascinerend. Je vraagt je altijd af hoe iemand aan een onderwerp is gekomen en over de betrouwbaarheid van een dergelijk onderzoek worden nauwelijks vragen gesteld. Aangezien we weer voor het weekend staan ga ik me deze vragen ook maar niet stellen vandaag. Nee, ik moet op zoek naar die 5 mensen, wie weet heb ik ze ooit echt nodig en wat mij betreft zijn dit soort berichten data en of jij daar informatie van maakt is aan jou.

Overvaller dreigt met rubberen wc-ontstopper

Als je dan toch van plan bent om een overval te plegen (wat ik je uiteraard afraad), kun je natuurlijk uit een heel scala aan wapens kiezen. En als je een echt wapen toch een beetje eng vindt dan vind je in de speelgoedwinkel vast ook nog wel iets dat met een beetje fantasie op een wapen lijkt. Lukt dat ook allemaal niet dan heeft de Groenteboer vast nog wel een banaan die je in je zak verstopt kunt houden.

Zoveel creativiteit heb je nu dus ook weer niet nodig om een op een wapen gelijkend middel te regelen. Maar nee, de overvaller uit dit bericht kon echt niet helder meer nadenken en besloot om een geheel ander wapen met zich mee te dragen. Ach, achteraf misschien maar goed ook, want echt veel schade heeft hij niet aan kunnen richten.

Als Lawrence Deptola vloeibare ontstopper had gebruikt, was zijn plan wellicht gelukt. Maar nee, de desperate Amerikaan probeerde drie banken te overvallen met een rubberen toiletontstopper. Logischerwijs zonder succes (bron).

Wat haalt zo iemand in zijn hoofd? Het is goed dat de man na een korte achtervolging is opgepakt. En hem zal poging tot roof ten laste worden gelegd. Maar eerlijk gezegd acht ik de kans groter dat hij ontoerekeningsvatbaar wordt verklaard. Want daarover hoeven we in dit geval toch niet al te lang te discussiëren?

Nepagenten overvallen woning

Twee nepagenten hebben, compleet in uniform, de bewoners van een woning aan de Straat van Magelhaens in Amstelveen overvallen (bron).

Het is alweer een poosje stil geweest rondom overvallen uitgevoerd door criminelen in een politieuniform. Misschien dat de vorige dadergroep is opgepakt of misschien is hun geld inmiddels alweer op waardoor ze weer aan de slag moeten.

Daarom toch maar weer eens een dergelijk bericht. Je moet toch wel erg op je hoede zijn, wil je agenten die voor je deur staan wantrouwen. Toch moeten we ons er van bewust zijn dat een politieuniform je nog geen politie agent maakt.

Het zou toch heerlijk zijn als we daar wel vanuit konden gaan. Niet alleen voor politieagenten natuurlijk, maar voor iedereen in een bepaald “uniform”. Iemand in een witte jas is een arts, iemand in een overall een onderhoudsmonteur, iemand in een krijtstreep een bankier, iemand in een groen uniform een militair en iemand met een kapiteinspet een kapitein.

Helaas weten criminelen maar al te goed dat de gemiddelde man of vrouw er inderdaad van uitgaat dat deze stereotypen kloppen. Trek een overall aan en je bent een onderhoudsmonteur. Hiermee staat de crimineel al 1-0 voor. Hij meldt zich bij de receptioniste en verteld dat hij komt voor een liftstoring. Als er op dat moment geen storing is dan zal de receptioniste misschien nog wat moeilijk kijken. Maar de “monteur” verteld natuurlijk dat de melding tegenwoordig al binnenkomt voordat de lift in storing gaat…de techniek staat voor niets, toch?

Grote kans dat de receptioniste de monteur vrolijk bedankt en alle deuren voor hem open doet. Laten we nu niet denken dat dit alleen geldt voor een receptioniste, want dat is slechts een voorbeeld. Nee, met een beetje social engineering lukt het keer op keer om mensen te overtuigen.

Nu kunnen we natuurlijk denken dat social engineering alleen wordt ingezet door criminelen, maar eigenlijk zetten we het allemaal iedere dag in. Alleen noemen we het dan geen social engineering. Maar hebben we niet allemaal wel eens een leugentje om best wil? Manipuleren we niet allemaal wel eens? Proberen we allemaal niet zo af en toe iemand in onze richting te bewegen? Zolang we dat doen voor “het goede doel” is er niet zoveel aan de hand…maar als we het inzetten met een verkeerde intentie dan wordt het een ander verhaal.

Zoekwoorden nieuw wapen cybercriminelen

Je kunt er natuurlijk op wachten dat cybercriminelen ook meer en meer gebruik gaan maken van social media. En eerlijk is eerlijk: veel gebruikers van die social media zullen daar nog weinig bij stil staan. Het is tegenwoordig heel normaal om op alle links te klikken die we in Tweets voorbij zien komen. Alles onder het mom van: “wat een leuk bericht: snel klikken”.

Cybercriminelen hebben een nieuwe werkwijze gevonden om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Ze stellen tweets samen die zoekwoorden bevatten die op dat moment heel populair zijn. Hiermee komen ze bovenaan in de zoeklijsten op Twitter te staan. Gebruikers hebben dan de neiging om op de links te klikken die in die tweets worden vermeld, en komen zo uit op malafide websites (bron).

Met een beetje pech heb je het virus van gisteren te pakken en worden alle je vakantiefoto’s ook nog eens gegijzeld. Het is dus een goede waarschuwing om maar niet zomaar op allerlei links te klikken. Dat was natuurlijk altijd al een goede waarschuwing, maar het kan nooit kwaad om het te herhalen.

En ja, met een dergelijk bericht, kun je er natuurlijk ook op wachten dat er binnenkort phishing Tweets verschijnen die proberen je pincode te achterhalen. Dus ook hiervoor maar alvast een waarschuwing: de bank gaat echt nooit via Tweets vragen om jouw pincode. Een Tweet van de bank met een linkje naar “hun” website om je pincode te resetten kun je dus rustig links laten liggen. Maar goed, het is wachten op de eerste slachtoffers.

Andere social media sites worden natuurlijk ook al misbruikt door cybercriminelen. Oppassen dus als je de volgende keer op een “leuke” link klikt in Facebook of Pinterest. Voor je het weet is die link toch minder leuk dan je gedacht had.

Virus gijzelt foto’s voor 50 euro losgeld

Een nieuw Trojaans paard gijzelt bestanden door ze te versleutelen en eist 50 euro om ze weer toegankelijk te maken. De ransomware versleutelt alle afbeeldingen, documenten en snelkoppelingen en voorziet die van de .EnCiPhErEd extensie. Ook wordt er een bestand “HOW TO DECRYPT.TXT” met instructies achtergelaten. Daarin staat dat het slachtoffer de code van een Ukash of Paysafecard met 50 euro naar een Gmail-adres moet sturen. (bron)

Het is natuurlijk al erg genoeg als je gegrepen wordt door een virus, maar meestal lukt het dan nog wel om je gegevens veilig te stellen en je pc weer schoon te krijgen. Maar je moet er niet aan denken dat het virus dat je oploopt direct de foto’s (en andere bestanden) op je harde schijf versleuteld.

Daar gaan al je vakantiefoto’s en je wist al maanden dat je er weer eens een reserve kopie van moest maken, maar was daar nog niet aan toegekomen. Ja, wat doe je? Ga je inderdaad geld overmaken, in de hoop dat je inderdaad de sleutel krijgt? Want welke garantie heb je?

In ieder geval is het weer eens een goede waarschuwing om een extra reserve kopie te maken en ervoor te zorgen dat je anti-virus up-to-date is. Als er iets is dat ik liever niet kwijt ben dan zijn het mijn vakantiefoto’s.

Politie: overvallers niet al te snugger

Criminelen die een overval plegen, lijken niet al te snugger te zijn. De pakkans is groot, terwijl de buit over het algemeen vrij gering is, zeker in relatie tot het risico dat overvallers nemen (bron).

Je zult jezelf maar beroepscrimineel noemen. Je hele beroepsgroep wordt in eens uitgemaakt voor domoor. Maar een dergelijk bericht is natuurlijk niet nieuw. We weten al jaren dat de kans op een aanzienlijke buit minder en minder wordt. Meer en meer mensen betalen immers met digitaal geld en meer en meer bedrijven romen hun geld op tijd af. Er is gewoon minder baar geld voor handen en dat is maar goed ook.

Aan de andere kant is het voor veel jongeren toch nog steeds erg makkelijk om een overval te plegen. Zij denken niet in termen als “pakkans” en met een paar tientjes zijn ze ook al erg tevreden. Dat verschilt van degene die zich tot de beroepscriminelen rekenen, die houden wel degelijk rekening met de kans en de impact. Pakkans groot en buit laag, dan gaan ze al snel op zoek naar een andere mogelijkheid om aan hun geld te komen.

Je kunt het natuurlijk vergelijken met de carrière die iedere werknemer ook doormaakt. Aan het begin van die carrière weten we nog relatief weinig en met de jaren komt ook de ervaring. Na een paar jaar kijken we ineens heel anders tegen ons werkzame leven aan. Ik kan me zomaar voorstellen dat dat met een criminele carrière ook zo gaat. In het begin denk je helemaal niet aan een pakkans en als je eenmaal wat overtredingen begaan hebt wordt je vanzelf ervarener in je “vakgebied”.

Je wilt helemaal geen simpele overval meer plegen en je hebt er in je carrière voor gekozen om wat treden van de ladder te nemen. Je houdt je inmiddels bezig met zaken die voor veel meer financiële zekerheid kunnen zorgen.

Juist daarom is het zo belangrijk om de pakkans op jongere leeftijd te vergroten. Hoe eerder je ze pakt en hoe eerder ze criminele activiteiten afleren, hoe minder kans we lopen dat ze daadwerkelijk carrière maken op dit gebied. Helaas komt daar veel meer bij kijken dan alleen het vergroten van de pakkans. De straffen (voor zover die natuurlijk helpen) moeten daarop afgestemd worden. Dan heeft opsluiten alleen, weinig zin. Nee, we moeten ervoor zorgen dat ze ook daadwerkelijk en bewust voor een andere, meer legale, carrière kiezen.

En ja, dan zul je moeten werken voor je geld. En ja, dan begin je ook weer aan de onderkant van de ladder en verdien je een habbekrats per uur waarvan je ook nog eens een groot deel naar de belastingdienst mag brengen. Je moet dan ook wel stevig in je schoenen staan om iedere morgen vroeg je bed uit te komen en aan de slag te gaan. Jouw makkers slapen lekker uit, plegen een kraakje en rijden in een mooiere auto dan jij doet.

Zolang misdaad loont (en dat zal het waarschijnlijk altijd wel blijven doen) zijn we nog niet van dit soort problematiek verlost. Hoe het dan wel moet? Geen idee, volgens mij zijn daar al vele studies voor uitgevoerd en is het echt passende antwoord nog niet gevonden. Tot die tijd blijven we hier maar geregeld bloggen over dit soort nieuwsberichten…wat de nieuwswaarde dan af en toe ook mag zijn.

Computermuis is drie keer zo vuil als wc-bril

Vandaag een bericht voor degene onder ons met smetvrees. De volgende keer niet zo moeilijk kijken als je naar de toilet moet en van de deurknop van de WC heb je toch echt minder te vrezen dan van je (flexibele) werkplek.

De gemiddelde computermuis is drie keer zo vuil als een toiletbril. Mannen zijn ook duidelijk minder hygiënisch dan hun vrouwelijke collega’s, bij heren schuilen er 40 procent meer bacteriën op hun computermuis. Het toetsenbord is de tweede grootste bacteriehaard op kantoor, de derde en vierde plaats zijn voor telefoons en stoelen (bron).

Dit probleem wordt alleen maar groter natuurlijk met alle flexibele werkplekken die we tegenwoordig hebben. Je hebt niet meer je eigen muis, toetsenbord en telefoon. Je hebt dus ook niet meer alleen te maken met je eigen bacteriën maar ook die van al je collega’s. Nu vind ik mijn collega’s hele fijne mensen en ik wil een hoop met hen delen…maar mijn bacteriën houd ik liever voor mezelf. Daar wil ik jullie echt niet mee opzadelen. Andersom heb ik dan ook liever dat jullie je bacteriën ook voor jezelf houden.

Gelukkig heb ikzelf niet zo’n last van smetvrees en volgens mij heb ik mijn weerstand in mijn jeugd behoorlijk opgebouwd. Maar dit soort berichten zetten je toch weer even aan het denken. Zeker nu de schoonmakers al geruime tijd staken, wordt het er allemaal niet schoner op.

Nou, ik werk voorlopig lekker op mijn eigen laptop, met mijn eigen mobiele telefoon en een muis heb ik jaren geleden al afgezworen. Voor iedereen die wel dagelijks op een flexibele werkplek zit: veel succes en trek het je niet teveel aan: je werkt al jaren op deze manier en ben je er ooit al echt ziek van geworden?

Mobieltjes zijn eenvoudig te hacken

Vrijwel elke mobiele telefoon kan eenvoudig worden gehackt. Dat meldt Elsevier op basis van een onderzoeksrapport. Twee beveiligingsdeskundigen hebben 31 aanbieders van mobiele telefoons in verschillende landen onderzocht. Met behulp van goedkope apparatuur en gratis software lukte het de deskundigen om in te breken in andere telefoons. Ze konden bij telefoonnummers, sms’jes en voicemailberichten. Ook konden de twee gesprekken afluisteren en andere telefoons gebruiken om te bellen. In korte tijd konden de beveiligingsdeskundigen honderdduizenden telefoons hacken (bron).

Helaas staat de link naar het rapport van Elsevier er niet bij (zelf even Googlen als je het inhoudelijke rapport wilt lezen en je mag mij uiteraard even een kopietje sturen).

Vorige week hadden we het er nog over dat de mobiele telefoons door de politiediensten gemakkelijk gekraakt konden worden. Toen al dachten we dat het niet al te lang zou duren voordat deze technieken ook voor anderen beschikbaar kwamen. Dat het zo snel zou zijn, had ikzelf ook niet verwacht.

Het lijkt erop dat de fabrikanten van mobiele telefoons nu toch echt meer en meer na moeten gaan denken over de beveiliging van die toestellen. Tegenwoordig zijn het geen simpele telefoons meer maar zijn het mobiele computers waarop informatie staat die je liever niet op straat terecht ziet komen.

Je kunt natuurlijk voorzichtig omgaan met je telefoon en er voor zorgen dat er geen bijzondere foto’s, sms-jes en Whatsapp-jes op staan. Daarmee zou je kunnen denken dat het allemaal wel mee zal vallen als ze jouw telefoon weten te kraken. Daar zit hem op zich ook niet het probleem. Maar ontvang jij ook niet al je emails op je telefoon? Staan ook niet al jouw contacten er in en houd jij je agenda niet bij via je telefoon? Persoonlijk zou ik meer moeite hebben met het openbaar worden van die informatie dan dat iemand van mijn telefoon een foto weet te bemachtigen (geloof me, zo bijzonder zijn ze nu ook weer niet).

Enerzijds moeten we dus als gebruikers ons bewust worden van de risico’s van de informatie op onze smartphone. Anderzijds is het de taak van de fabrikanten om er voor te zorgen dat een telefoon toch over een minimaal beveiligingsniveau beschikt. Nog genoeg werk te doen en ons vakgebied wordt ermee nog verder uitgebreid.

Cybercriminaliteit kost Nederland miljarden

Cybercriminaliteit kost de Nederlandse samenleving jaarlijks zeker 10 miljard euro. Dat is 1,5 tot 2 procent van het Nederlands bruto binnenlands product. Dat blijkt uit een gepubliceerde raming door onderzoeksorganisatie TNO. Inbreuken op intellectuele eigendom zijn met 3,3 miljard euro de grootste schadepost. Industriële spionage kost Nederland jaarlijks 2 miljard euro, gevolgd door belasting- en uitkeringsfraude met 1,5 miljard euro. (bron).

Voor iedereen die dacht dat cybercriminaliteit nog niet zoveel voorstelde, draagt een dergelijk bericht als het goed is bij aan het bewustzijn. Nu is het nog de vraag wat we daar als Nederlandse samenleving dan aan willen veranderen. Het gevaar van een dergelijk bericht is dat men nog steeds denkt dat het eerder een ander zal overkomen en dat het aan onze deur wel voorbij zal gaan.

Maar wat als grote organisaties getroffen worden door cybercriminaliteit? Is dan de kans niet enorm dat je als middelgrote organisatie binnenkort ook aan de beurt komt? Als die grote organisaties het al niet voor elkaar krijgen om de beveiliging op orde te hebben., hoe is het dan gesteld bij de middelgrote organisaties?

Het antwoord op die vraag zou tweeledig kunnen zijn:

  1. of de middelgrote bedrijven lopen een minder groot risico omdat ze minder aantrekkelijk zijn voor cybercriminelen en omdat hun infrastructuur nu eenmaal gemakkelijker te beveiligen is,
  2. of de middelgrote bedrijven lopen een veel groter risico omdat het ze aan kennis op het gebied van informatiebeveiliging ontbreekt waardoor er voor cybercriminelen eerder wat te halen valt.

Eerlijk is eerlijk, het definitieve antwoord op deze vraag heb ik ook niet en ik vraag me ook af of we het allemaal zo gemakkelijk kunnen generaliseren. Zou het niet zo zijn dat het ene middelgrote bedrijf het inderdaad veel beter voor elkaar heeft terwijl het bij het andere middelgrote bedrijf juist veel slechter gesteld is? Een combinatie dus van beide antwoorden dat hiermee situationeel afhankelijk is.

Ik geloof zelf dat het laatste antwoord er nog het best bij in de buurt komt: de status van de beveiliging is inderdaad situationeel afhankelijk. Bijkomend issue is dat we als organisatie onze beveiliging dus nog eens goed moeten doorlopen. We kunnen wel stellen dat we dat 10 jaar geleden ook al gedaan hebben, maar de bedreigingen, de risico’s, de kans en de impact zijn in die 10 jaar toch echt veranderd.

Neem nu bijvoorbeeld het risico op informatie kidnap. Wie had daar 10 jaar geleden al over gehoord? Sterker nog: wie heeft daar vandaag de dag over gehoord? Een cybercrimineel breekt in en versleuteld als het ware de informatie, jouw informatie. Natuurlijk wil hij er best voor zorgen dat die informatie weer ontsleuteld wordt, alleen moet je er dan wel eerst even flink voor betalen.

Zat deze bedreiging nog niet standaard in de risico analyse? Dan wordt het misschien tijd om dat toch te overwegen. Niet alleen omdat cybercriminelen van buitenaf een dergelijke actie zouden kunnen ondernemen maar ook interne medewerkers zouden wel eens kunnen besluiten om kritische informatie te versleutelen en daarna de sleutels weg te gooien (of te vergeten). Staat er binnenkort weer een reorganisatie voor de deur? Dan wordt het risico hierop alleen nog maar groter. Maar goed, je bent gewaarschuwd.

Voor nu sluiten we af met dit voorbeeld. Een voorbeeld van een dreiging die er 10 jaar geleden nog niet was (of nog niet opportuun was). Kijk nog eens naar jouw risicolijstje, moeten we dat niet weer eens updaten om de juiste risico’s inzichtelijk te hebben?

Beveiligingscamera herkent 36 miljoen gezichten per seconde

De techniek staat voor niets en we voeren al geruime tijd flinke discussies over het nut van beveiligingscamera’s. Natuurlijk kunnen we camera’s inzetten voor beveiligingsdoeleinden, maar camera’s worden steeds slimmer waardoor ze ook meer en meer ingezet worden voor andere doeleinden (zoals bijvoorbeeld voor marketing: ideaal om de bezoekers van je winkel te volgen, toch?).

Dat die andere doeleinden vaak niet omschreven zijn in het cameraplan, is natuurlijk een heel andere discussie. Maar ging het daar nu juist niet om bij privacy? Nou goed, de volgende keer als je in een winkel loopt en wat tijd over hebt (bijvoorbeeld omdat je vrouw de rekken met opruiming moet doorspitten) zou je eens kunnen vragen aan de winkelier wat nu eigenlijk het doel van die camera’s is en of ze wel bij de juiste instanties zijn aangemeld. Daarna natuurlijk even goed op zijn gezicht letten en als je echt durft ook nog even vragen of je de beelden mag zien waarop jij zichtbaar bent.

Nu we het toch over gezichten hebben, gaan we snel over naar onderstaand nieuwsbericht:
Gezichtsherkenning wordt al geruime tijd toegepast voor beveiliging. Hitachi heeft een beveiligingscamera ontwikkeld die iedereen die ooit langs de camera liep in een fractie van een seconde opnieuw herkent. Het systeem zou 36 miljoen verschillende gezichten in één seconde kunnen vergelijken. Herkende gezichten worden als thumbnails weergegeven zodat je in één oogopslag alle beelden van het desbetreffende gezicht voorgeschoteld krijgt (bron).

Kun je nagaan: 36 miljoen gezichten in 1 seconde. Wow, dat is meer dan 2x de Nederlandse bevolking. Stel dat je dat op Schiphol toe gaat passen en een koppeling weet te leggen met de paspoorten. Zo kun je op ieder moment nagaan welke inwoner van Nederland zich waar op Schiphol bevindt. Dan passen we het ook nog even toe bij de landsgrenzen en we weten welke van onze inwoners ons grondgebied verlaat. Misschien ook de centra van de meeste steden voorzien van camera’s en je bent helemaal nergens meer veilig. Oh ja, dit is natuurlijk slechts een van de toepassingen, er zijn er veel te bedenken.

Dat de techniek voor niets staat, dat bewijst dit bericht. Maar dat we voorlopig meer en meer in onze privacy worden aangetast lijkt hiermee ook wel bewezen. De discussie over het nut van beveiligingscamera’s voor beveiligingsdoeleinden is hiermee nog niet klaar, maar de marketeers smullen met dit soort technieken.